4 tips voor een nauwkeurige meting met een polsbloeddrukmeter

We hebben 4 tips voor je op een rijtje gezet waarmee je nauwkeurige meting doet.

• Tip 1. Bereid je goed voor op een meting.
• Tip 2. Zorg dat de manchet goed om je arm zit.
• Tip 3. Let goed op je lichaamshouding en activiteit.
• Tip 4. Houd je arm stil en ter hoogte van je hart.

Een goede meting van je bloeddruk doe je steeds onder vergelijkbare omstandigheden. De resultaten moeten namelijk weinig afwijken van een meting bij de dokter. Zorg daarom dat je vanaf 30 minuten voor gebruik geen zware inspanningen doet, rookt of koffie drinkt. Neem daarnaast 5 minuten volledige rust voordat je een meting doet. Let op dat je bloeddruk thuis vaak lager uitvalt dan bij de dokter. De Hartstichting meldt dat je bloeddruk thuis in principe te hoog is vanaf 135 mmHg.

Bij een nauwkeurige meting zit het manchet van de bloeddrukmeter goed om je pols. Je bevestigt het manchet om de arm die je het minst gebruikt, tenzij een arts anders adviseert. Als rechtshandige doe je het manchet dus om de linkerarm. Zorg dat er geen kleding tussen de meter en je huid zit. Dit voorkomt meetfouten. Veel bloeddrukmeters geven aan of het manchet te los of strak zit. Zo meldt het apparaat vanzelf of de meter verkeerd zit.

Het is belangrijk dat je de meting zittend uitvoert, in de juiste lichaamshouding. Ga op een stoel met rugleuning zitten en zorg dat je rechtop met je rug tegen de leuning zit. Zet vervolgens beide voeten naast elkaar op de grond. Een meting met gekruiste benen levert soms foutieve resultaten op. Daarnaast kan het van invloed zijn wanneer je praat tijdens een meting. Het is daarom verstandig om geen gesprek te voeren wanneer je de bloeddrukmeter gebruikt.

De houding van je arm is misschien nog wel belangrijker dan de houding van je lichaam. Voor een nauwkeurige meting moet de bloeddrukband op de hoogte van je hart zitten. Bij een polsbloeddrukmeter houd je je arm dus omhoog. Wanneer je dit doet, is het mogelijk dat je pols beweegt. Beweging beïnvloedt de nauwkeurigheid van de meting, wat afwijkende resultaten oplevert. Ondersteun daarom de arm waaraan je meet, bijvoorbeeld door je elleboog op de armleuning van je stoel of op tafel te zetten.