Tips voor de mooiste beelden met je drone

Via de app van de drone pas je allerlei instellingen aan. Zo ook de beeldinstellingen. Op deze manier kies je bijvoorbeeld de juiste ISO waarde, witbalans en het beeldformaat. Kies bij een filmopname niet voor automatische ISO. De camera zal dan te veel wisselen tussen de verschillende waarden. Als je de beste filmkwaliteit wilt, kies je voor 4K. Voor foto's kies je RAW. Zo heb je veel vrijheid tijdens de nabewerking.

De meeste dronevliegers houden hun camera naar voren gericht. Probeer ook eens een andere camerarichting. Draai de lens bijvoorbeeld helemaal naar beneden. Dit levert je unieke beelden op. Want zo worden vaak hele bijzondere patronen zichtbaar. Als je een richting van de camera hebt gekozen, houd deze dan ook vast. Het is niet verstandig om tijdens het vliegen de camera te draaien. Hierdoor worden je beelden sneller onscherp en rommelig.

Veel filmmakers kennen dit trucje al: het kiezen van een specifiek vertrekpunt. Richt je bij de start van je film op een bepaald onderwerp. Vlieg vanaf hier naar boven, voren of achteren. Dit ziet er meestal erg tof uit. Daarnaast creëer hiermee rust in je opname. Rondcirkelen rond een bepaald onderwerp, werkt ook goed. Neem bijvoorbeeld een boom en vlieg hier rustig een rondje omheen. Zorg wel voor een soepele besturing, anders krijg je alsnog een rommelig geheel.

Je maakt de video interessant door afwisseling aan te brengen in je video's. Dit doe je bijvoorbeeld door de verschillende vliegmodi te gebruiken. Hierbij maakt de drone bepaalde bewegingen waar je zelf niets voor hoeft te doen. Neem daarnaast close-up opnames op en film hoog in de lucht. Hiermee creëer je ook afwisseling. Laat de drone een keer van rechts naar links vliegen en andersom. Op die manier krijgt je video meer dynamiek.