Welk gereedschap heb je nodig als je iets ophangt of vastmaakt?

Voordat je boort of schroeft, bepaal je eerst waar je iets ophangt. Meet met een laser afstandsmeter de afstand, zodat je jouw voorwerp in het midden hangt. Met een kruislijnlaser hang je het precies recht. Gebruik ook een leidingzoeker, zodat je niet per ongeluk in een leiding of kabel boort.

Een schroefmachine gebruik je alleen als je iets ophangt zonder boren. Denk aan een kapstok of kastje dat je opnieuw ophangt. De gaten zitten er al, waardoor je meteen in de muur schroeft. Je schroeft ook direct in zacht materiaal, zoals hout. Een schroefmachine boort geen gaten. Wil je wel boren? Dan gebruik je een boormachine.

Met de meeste boormachines maak je gaten en draai je schroeven in de muur. Een schroefboormachine gebruik je voor hout, metaal en gips. Voor (bak)steen heb je een klopboormachine nodig. Ga je boren in keihard materiaal, zoals beton? Dan gebruik je een boorhamer of combihamer. Deze machines zijn erg krachtig, maar schroeven niet. Daarvoor heb je een extra schroef- of accuboormachine nodig.

Voor elke ophangklus heb je de juiste accessoires nodig. Gebruik een boor die past bij het materiaal waarin je werkt. Denk aan een houtboor voor hout en een steenboor voor steen. Ook heb je schroeven nodig en bits waarmee je ze vastdraait. Met een plug zit je schroef stevig vast, zodat je plank of fotolijst niet van de muur valt.

Met een bouwstofzuiger zuig je boorstof op. Dat is handig, want zo blijft je werkplek schoon. Ook zie je beter wat je doet. Kies een bouwstofzuiger met een boorstofopvanger en vang het stof direct op als je boort. Schoonmaken is dan niet meer nodig.