Hoe weet je welke was wel en niet in de droogkast mag?

Je wil weten welke soorten was in de droogkast mogen en welke niet. Om hier antwoord op te geven, gebruik je deze tips:

• Tip 1. Kijk op het wasetiket
• Tip 2. Stop katoen, synthetische was en jeans wel in de droogkast
• Tip 3. Stop delicate stoffen liever niet in de droogtrommel

Voor je een droogprogramma start, kijk je op het wasetiket binnen in je kleding. Hier vind je verschillende symbolen. Deze geven aan of je was in de trommel mag en hoe je deze het beste droogt. Een vierkant met een rondje en een kruis betekent dat je wasgoed niet in de droogkast mag. Droog dit voorzichtig op een wasrek. Een vierkant met een rondje en één stip betekent: drogen op een lage temperatuur. Zie je 2 stippen, droog dan op een normale temperatuur.

Wat mag wel in de droogkast? Om dit zeker te weten, check je eerst het wasetiket. Deze soorten was mogen meestal in de droogtrommel:

• Katoen: beddengoed, handdoeken en katoenen kleding
• Synthetisch: sportkleding en synthetische shirts
• Jeans: spijkerkleding (let wel op dat je op een lage temperatuur droogt)

Let op: droog verschillende soorten stof liever apart.

Wat mag niet in de droogkast? Alles met het symbool van een droogtrommel en een kruis. Wanneer je geen wasetiket ziet, droog je deze soorten delicate was op een droogrek:

• Delicate stoffen: wol en zijde
• Badkleding: zwembroeken, badpakken en bikini's
• Beha's
• Panty's
• Kleding met pailletten, kraaltjes of studs
• Rubberen matten of schoenen met een rubberen zool